Mijn helden van vroeger – Een iets andere lijst
Van Home computer held naar Computer nerd
Het is best raar hoe je als kind tijd beleeft. Als ik nu terugdenk aan vroeger, dan staan in mijn herinnering de gebeurtenissen in chronologische volgorde. Kijk ik dan echter naar de feiten, moeten ze wel allemaal tegelijk gebeurt zijn. Het kan dus zijn dat sommige details in het stuk hieronder niet helemaal correct zijn maar ach, dat is hoe ik het herinner.
Het is laat december 1979. Een vreselijk koude winter. De sneeuw lag meters hoog voor de deur en wij speelden eigenlijk meer binnen dan buiten. Meestal bij mijn vriend Stefan. Dat kwam natuurlijk mede omdat hij thuis een Coleco Telstar Sportsman Videospel had. Het was niet veel meer dan Pong op een z/w televisie maar voor ons was dit het einde.
De woonkamer was ons stadion, en als gladiatoren stroomden wij naar binnen. De arena werd door een bende onverschrokken jongens opgeëist en niets en niemand zou ons in de weg staan om de highscore te breken… alweer.
Wit tegen wit, links tegen rechts. Er werd gevochten om elke punt. Nee, wij waren niet aan het spelen. Dit was een duel op leven en dood. En alleen als je je tegenstander kon verslaan was je verzekerd van een plek in de Hall Of Fame. Het Olymp was een wit knipperende puntenlijst en de goden waren met ons. Zo gingen de dagen aan ons voorbij en stilletjes, zonder waarschuwing, stond kerst voor de deur.
Kerstavond 1979. Ik kan me nauwelijks meer herinneren maar volgens mij keken we naar Timm Thaler op de TV. Een van de beroemde kerstseries die de Duitse televisie jarenlang produceerde zoals Silas, Jack Holborn en Patrik Pacard.
Ik weet nog wel dat een gigantisch grootte kerstboom onze woonkamer had geïnfiltreerd.
Tjonge, je kreeg een stijve nek als je naar de piek wilde kijken, zo hoog leek hij wel. Zo rechtstreeks uit het bos onze woonkamer in … het kon niet anders of dit was de grootste boom in het bos geweest!
Prachtig was die boom. In rood en goud, met slingers en kraaltjes, engeltjes en kaarsjes en onderaan een berg cadeaus. Althans, het leek een berg. Maar eigenlijk weet ik niet wat het allemaal was omdat een doos in het bijzonder alle aandacht opeiste. Ik begon de doos open te maken en mijn mond klapte steeds meer open.
Toen zag ik het duidelijk, het stond direct voor mij. Niet achter een vitrine in het Kaufhaus of bij de Speelgoedwinkel, nee hier op onze woonkamertafel stond een Atari VCS2600 met 2 cartridges. Space Invaders en Combat. Jackpot!!
Ik was niet meer te houden. Snel werd de videogame aangesloten en ik geloof dat ik de hele nacht door probeerde een invasie van buitenaardse monsters te voorkomen. Stap voor stap kwamen ze dichterbij. Ze leken vastberaden mijn wereld te vernietigen en ons allemaal te desintegreren als ik ze niet kon tegenhouden. En dat deed ik. Tot mijn laatste adem zou ik volhouden en weerstand bieden.
You shall not Pass! (sorry, ik liet me even gaan).
Dat was het begin van een leven als Nerd. Precies daar, op dat moment gebeurde het.
De Atari was geweldig. We hadden lol zonder einde. Alleen, met vrienden, met familie. De wedstrijden tussen mijn ouders en mij waren episch! RiverRaid en Phoenix, proberen de volgende ronde te halen en hopen dat je niet naar de wc hoeft. Nog steeds duik ik stiekum weg en druk in gedachte op fire als ik een vogel hoor overvliegen ….
Computer Kids en Reibekuchen
1984. George Orwell had ongelijk (of toch niet?) en ik had net Sex Crime (1984) van de Eurythmics gekocht (wat een vette plaat). Ik was 14. Wild, rebels en wist niet goed of ik Punk wilde zijn of toch liever Pop. Toxoplasma of Kim Wilde ?
https://youtu.be/XKoCAdlYCz8
Het was 24 december, kerst. De hele dag was ik in mijn eentje in Neuwied City door de winkels gelopen, had cadeautjes voor iedereen gekocht. Een walkman voor mijn zusje (die wilde ze zo graag), een zilveren hangertje voor mijn moeder en een schaakbord voor pa.
En natuurlijk was ik zoals bijna elke dag op de computerafdelingen van Kaufhof en Allkauf geweest. Stond daar urenlang in Coltrui en Ski-jas naar al die home computers in de glazen vitrines te kijken.
De Sinclair ZX81, Commodore VC20 en Atari 600XL, de TI-99/4A, Dragon 32/64. De rekenkracht om de wereld te veranderen in een plastic broodkist. Daar stonden ze. Onbereikbaar voor een jongen van 14 zo leek het wel.
Oh wat wilde ik maar al te graag zo een ding. Niet meer alleen spelletjes spelen maar ze zelf maken! Programmeren op je home computer, je eigen verhalen vertellen. En misschien net zo rijk worden als die jongens in Silicon Valley of ,als dat niet lukte, in ieder geval werken voor de NASA.
De Sinclair ZX81 was net in de aanbieding. DM 99,- stond daar te lezen. De beste home computer aanbieding ooit! Ik had net mijn laatste 20 D-Mark in cadeautjes voor mijn familie geïnvesteerd en was blut (alweer). Zoals altijd werd ik ook deze avond met het stof de winkel uitgeveegd. De deuren sloten achter mij en ik ging bepakt met tassen de 4 kilometer naar huis lopen door de diepe sneeuw (het geld voor de bus was opgegaan aan reibekuchen).
Thuis aangekomen gingen de cadeaus de kast in tot de avond. Even lekker opwarmen met een beker hete chocomel en dan TV kijken tot het zover was de presentjes uit te pakken. Ik had geen hoge verwachtingen wat dat aanging.
Het was een moeilijk jaar geweest voor iedereen. We kregen natuurlijk elk jaar onze “Teller”. Een kerstbord gevuld met zoets en lekkers, met koekjes en chocolade, nootjes en appels, mandarijnen en speculaas. Maar veel meer dan dat verwachte ik eigenlijk niet. Het jaar daarvoor had ik immers een polaroid camera gekregen en met mijn verjaardag nog een nieuw pack films.
Ik wordt programmeur !
Ik was wat groter inmiddels en de kerstbomen leken met de jaren kleiner te worden, net als de kamer. Vreemd was dat.
Maar ook deze boom was weer prachtig. Een volle, groene boom met alles wat een kerstboom moest hebben. Ik had meegeholpen deze van de markt naar huis te dragen met mijn moeder en aan te kleden.
Het was avond. We hadden gegeten en het was tijd voor de “Bescherung”, het krijgen van grote en kleine cadeautjes. Ik had de mijne inmiddels stiekem uit mijn kast gehaald en beneden onder de boom gelegd. Overal stond een naam op en ik kon niet wachten om te zien wat iedereen van zijn cadeau vond. Het viel mij eerst niet echt op, maar daar stond ook een rechthoekige doos. Ingepakt in glanzend papier. Dat zijn vast de rolschaatsen die Anja wilde, dacht ik.
Mijn zusje was maar wat blij met haar walkman, en moeder met haar cadeautje. Vader pakte zijn schaakbord uit en we zouden later nog een potje spelen. De pakjes werden steeds minder en er bleef alleen nog dat grote pak over.
Ik durfde niet te kijken dus boog Anja voorover en pakte het op. Er stond geen naam op dus we begonnen het uit te pakken en wat denk je…! Juist! Het waren rolschaatsen…
Blij dat ze was. Gelijk aantrekken en door de woonkamer en keuken rollen en stuiteren. Ik zag dat vragende gezicht van mijn moeder toen ze naar mijn vader keek alsof ze wat waren vergeten. Ze keken nog even onder de boom maar daar lag niets meer.
“Je bent wat vergeten?!” hoor ik mijn moeder tegen mijn vader zeggen die vervolgens haastig naar de ouderlijke slaapkamer rende om nog een doos uit de kast te halen en deze aan mij te geven. Sorry! hoor ik hem nog mompelen.
“Nog een paar rolschaatsen” denk ik en begin de doos uit te pakken. Nou ja, ik rukte het papier eraf en viel zowat achterover.
Ik hield hem in mijn handen! Het was echt. Ik had er een. Het was een Sinclair ZX81. Een echte home computer! Haastig pakte ik het geheel uit. Eerst het karton dan het piepschuim. Daar lag hij. Matzwart met folie-toetsen. Net als in de vitrine in de winkel.
De HF kabel om aan te sluiten op de TV werd snel uitgepakt en kanaal 35 UHF op de TV ingesteld. Goh, zelfde kanaal als voor de Atari dacht ik nog. De voeding ging erin en even later stond er een K knipperend te vragen voor een keyword, een commando. Snel pakte ik de handleiding erbij en begon te lezen.
Wat moet ik typen? Wat wil hij weten? Load? Save? Print?
Ik begon pagina voor pagina het handboek te lezen. Mijn nieuwe beste vriend wist antwoorden op vragen die ik nog niet had gesteld. Duidelijk en eenvoudig werd mij uitgelegd hoe ik met mijn sinclair moest omgaan en hoe BASIC, de programmeertaal werkte.
Ik begon programma’s in te voeren. “Raad het cijfer” of “Print je naam”.
Het duurde niet lang en ik begon mijn eigen programma’s te schrijven. Eerst simpele spelletjes zoals een “Lunar Lander” clone en een “Break-Out” variant. Maar dan pakte ik pen en papier en schreef een verhaal, maakte schetsen en bedacht stukjes programma code voor mijn spelletjes. Ik ging programmeur worden!
Het zou nog even duren voor ik echt ging programmeren op mijn C64, maar dat is een ander verhaal….
Ik ben wie ik ben en ik weet waarom. Bedankt!
Ik heb geweldige tijden gehad met mijn Helden. Heb avonturen beleeft, Draken bedwongen, schatten gezocht en gevonden, planeten ontdekt en bevrijd. Ik was een persoonlijke vriend van Sir Galahad en had vrije toegang tot Camelot.
Elk buitenaards ras vreesde mij en mijn initialen deden hun sidderen van angst. Ik was een onbedwongen race coureur, een ervaren test piloot en heb zowat in mijn eentje Atlantis van de ondergang bewaard.
En nog steeds ben ik de enige die weet wat Q*bert bedoelde toen hij zei “@!#?@!”…. maar ik heb belooft het niet verder te vertellen.
Bedankt. Bedankt Nolan Bushnell, Sir Clive Sinclair en Jack Tramiel. Bedankt voor een geweldige jeugd, grote dromen en de mogelijkheid deze waar te maken.
Bedankt voor het openen van deuren en het ontdekken van werelden daarachter. En dat ik me soms nog steeds kind mag voelen als ik een paar pixels op een scherm zie bewegen en niet alleen maar blokjes zie maar een Ridder die zijn Princes probeert te redden.
Leuk verhaal. Ik herken er veel in uit mijn eigen jeugd. Mijn eerste computer was de Aquarius. Inderdaad die spanning toen je hem voor het eerst aansloot op de tv en dan ermee aan de slag ging. Ja, mooie tijd 🙂